Waarom de eerste contactmomenten zo waardevol zijn:
Tijdens de opleiding Equitherapie hebben we twee hele dagen aan het onderdeel ’contact maken’ besteed. Op dat moment besefte ik daar de waarde nog niet van. De afgelopen jaren ben ik deze eerste contactmomenten tijdens de therapiesessies juist erg gaan waarderen.
Tijdens een eerste contactmoment gebeurt er heel veel: hoe maak je contact, welke communicatievorm gebruik je, welke verwachtingen zijn er, hoe snel heb je vooroordelen, hoe reageert de ander op jou. Ik kan in een eerste contactmoment zien of iemand zenuwachtig is, zelfvertrouwen heeft, creatief is, het moeilijk vindt om te schakelen. Tijdens een sessie kan ik soms na tien minuten observeren en een paar vragen te stellen al een voorstelling maken van waar iemand aan zou willen werken. Alleen maar door te kijken naar de houding van de persoon en de reactie en het gedrag van mijn paarden.
Voorbeelden uit de praktijk:
Om je een betere voorstelling te geven van deze observaties tijdens de eerste contactmomenten, geef ik je 3 praktijkvoorbeelden.
1. Onzichtbaar of onzeker?
T. (54) loopt langs de pony’s en raakt geëmotioneerd. Ik snap niet helemaal waar dit vandaan komt en vraag haar of ze dit kan verwoorden. Ze geeft aan dat de pony’s geen aandacht voor haar hebben en dat ze dit gevoel herkent. T. heeft vaak het gevoel dat niemand haar ziet.
T. voelt zich niet gezien door de buitenwereld. Ze heeft waarschijnlijk heel weinig zelfvertrouwen, want ik heb overduidelijk gezien dat alle pony’s haar langs zagen lopen. We gaan aan haar zelfvertrouwen werken. Dat doen we onder andere door het stemmetje in haar hoofd meer positieve boodschappen aan haar te laten geven in plaats van de boodschap dat niemand haar ziet.
2. Dominantie
Tijdens de intake komt naar voren dat K. (25) moeite heeft met dominante mensen. Als ze met dominante mensen moet samenwerken wordt ze onzeker en weerhoudt dat haar ervan om haar werk te doen. Ik vraag haar voor een van de pony’s te kiezen. K. kiest voor de enige dominante pony die we hebben.
Met K. ga ik verder onderzoeken waar haar weerstand bij dominante personen vandaan komt en wat ze zelf nodig heeft in het contact met een dominant persoon, want blijkbaar zoekt ze deze personen ook zelf op.
3. Grenzen aangeven
S. (11) wil alleen maar met de pony’s knuffelen. Ze moet dan ook erg lachen als een van de pony’s aan haar veter staat te knabbelen. Wanneer ik de pony een waarschuwing geef, zegt ze dat de pony het lief bedoelde. Een paar minuten later pakt de pony de veter tussen zijn lippen en loopt met de veter in zijn mond weg, waardoor S. aan haar schoen wordt meegetrokken.
S. heeft een probleem met het aangeven van haar grenzen. Ze ziet het gevaar van een situatie niet in. Ze moet leren aanvoelen hoe dichtbij iemand zou mogen komen om te voorkomen dat iemand haar pijn kan doen. Leren hoe je je grens aanvoelt en hoe je kunt reageren, is voor haar erg belangrijk.
Zo heb je weer een beter beeld van wat ik precies doe. Ik kan je zeggen: het is een heerlijke baan!
Liefs Rosanne